woensdag 29 april 2009

30

Mijn broer

Mijn broer, gij leed,
Een einde, waar geen mens van weet.
Vaak ligt gij naast mij, vaag, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.

De weg met iepen liept gij langs.
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch woudt gij

Alleen gaan door de woestenij.

Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. 'k sprak uw naam.
En vroeg, waarheen gij gingt.
Het antwoord was:

"Te vreselijk om zich in te verdiepen.
Zie: 't gras
Ligt weder dicht met iepen
Omkringd."

Hendrik de Vries