donderdag 16 april 2009

43

Vanavond komt Herman Pleij in het literair café. De blaue scute vaart weer voorbij. Op de plecht hangt Goof en op het achterschip ontwaar ik Jo.
Het waren lange avonden, lange dagen, lange jaren, die we met zijn drieën door- brachten in de tempel van de Nederlandse taal- en letterkunde. Zeven lange jaren studeren naast een volle baan. Een half vergaan dafje, een rode kever, een sputterend mobylettje. Eindeloze dagen in het gezelschap van Paardekoper en Van der Lubbe, van
Poulssen, Heersche en Hermkens. Twee avonden in de week en een zaterdag stortten we ons op Gotisch, fonologie en allerlei andere zaken die op de mavo zo hartsgrondig overbodig waren. We hebben, ocharm, één zaterdag aan schrijven (Floor) en één avond aan opstel besteed.
Nog maar een paar jaar geleden heb ik alle aantekeningen, samenvattingen en vertalingen weggegooid.
Wat gebleven is, is vriendschap.