donderdag 21 mei 2009

8

Mijn zoon heeft deze week z'n nieuwe huis betrokken. Hij begint, waar ik eindig. Met zijn vrienden heeft hij geboord, geschroefd, geschilderd en schoon gemaakt. De kratten bier zijn weer omgezet in statiegeld en hij heeft zijn eerste maaltijd bereid: een stapeltje pannenkoeken. Het huis is nog erg kaal: een bed en een tv-toestel. Gordijnen ontbreken en de lampen hebben alleen nog een pit. Maar waar wij zien wat er niet is, ziet hij wat er wel is en wat er kan komen. Dat is zijn verbeelding.
We gebruiken beelden als aangrijpingspunten naar een nieuwe werkelijkheid. Verbeeldingskracht heet zoiets.
Zoals in de Middeleeuwse minnepoëzie fraaie metaforen worden gebruikt door de troubadour om de luisteraars iets tastbaars te geven, dat hij mee kon dragen na de voorstelling. Beelden om verder zelf aan te werken.
Zo kan mijn zoon beginnen verder te werken aan het beeld van "zijn huis". Zo eindig ik met de verbeelding van "mijn school".