vrijdag 29 mei 2009

donderdag 28 mei 2009

1

Andante

Als de tocht niet meer voert naar de
plaats waar alles weer goed komt,
wat houdt haar gaande? Rood zand
op het fresco verbleekt, troost verkleint
tot een blik, tot een handpalm.
Als niet wanhoop met windkracht tien
in haar rug staat, wat houdt haar in gang?

De straatstenen houden haar gaande,
ogen likken de gevels, de keel
is gulzig naar lucht. Haar houdt
in gang het plezierpaard lijf dat
geen halt verstaat. Haar hakken
slaan vuur uit de tegels. Dat zij gaat
houdt haar gaande. Zij gaat


Anna Enquist

woensdag 27 mei 2009

2

Niets is meer heilig voor het achtuurjournaal. Een familiedrama in Zwijndrecht komt niet alleen uitvoerig in de verslaggeving aan bod, compleet met commentaar van buren, leraren en politie. Nee, zelfs de afscheidsbrief van de vermoedelijke dader wordt geciteerd. Iedereen gluurt door de dode ogen van de man mee naar binnen.
De Coornhertstichting zette er zich in het verleden nog voor in, een verdachte alleen nog maar als verdachte te presenteren, dus met slechts de initialen. Nu publiceert men al snel naam, toenaam en andere personalia als er nog slechts een licht vermoeden bestaat.
Mensen vinden speculeren aantrekkelijker dan rechercheren. Elk sprekend personage wordt deskundige, elke nabijheid wordt verband. Op die manier wordt men deelnemer in plaats van waarnemer te blijven. Maar een deelnemer die de spelregels niet kent. Spelregels van respect en eerlijkheid, bewijslast en falsifieerbaarheid. Popper, wo bist du bleben.

dinsdag 26 mei 2009

3

Als ik zaterdags boodschappen doe, gebeurt het vaak dat ik in plaats van rechtsaf naar de AH, rechtdoor rijd naar school. Ook vanavond overkwam het me, toen ik naar mijn zoon zou gaan. De automaat in me nam met een fraaie bocht de rotonde, even de curbstones aan de binnenkant toucherend, totdat ik na honderd meter bij de volgende rotonde dacht, waar ga ik naar toe?
Waar moet dat heen, zolang ik geprogrammeerd ben in het basic van de school? Hoe lang zal het duren voordat al die lines, goto's en gosubs gedeleted zijn. Niks if...then.
Automatismen hebben het voordeel dat er steeds weer een vertrouwd vervolg is, zonder na te hoeven denken. Het betekent thuis komen. Het is niet voor niks dat veel mensen juist op vakantie ontheemd raken. Regelmaat geeft je een basis om het hoofd te bieden aan onverwachte zaken.
Stoppen met werken op school betekent weer geherprogrammeerd moeten worden. Een ander ritme zoeken. Niet meer naar school hoeven betekent ook niet meer naar school mogen.

maandag 25 mei 2009

4

Frits, mijn oud-klasgenoot, is kunstenaar. Een oud-leerling van me, Jack, is ons hoofd Centraal Bureau. De een van origine econoom, de ander gewezen psycholoog. Maar beiden huldigen dezelfde filosofie: genoeg is goed, goed genoeg.
Economen zweren doorgaans bij een permanente groei. (Behalve de zaterdag vermeend overleden Pen, die van selectieve krimp sprak). Dat in de huidige crisis het welvaartsniveau van tien jaar terug nog verre wordt overschreden, schijnt geen item te zijn. Dat we met zijn allen samen rijk genoeg zijn, om iedereen rijk genoeg te laten zijn, is ook geen item. Want sinds de jaren zestig gaat het (vreemd genoeg) niet meer om sociale verantwoordelijkheid, maar om vervulling van individuele, materiële wensen.
En de menselijke geest is daarin meegegaan. Niets verlamt ons meer dan de economisering van onze geest. We weten alles, we willen alles, we willen alles nú. Maar we beleven niets meer. We hebben geen weet meer van wat ons werkelijk van waarde omringt. De centrale verwarming? de auto? de vakantiereis? onze kinderen? Men weet het niet. Niet vreemd, dat we het slechter krijgen. Dat we ons niet goed voelen. Niet goed genoeg.
De huidige crisis is meer werk voor psychologen dan voor economen.

zondag 24 mei 2009

5

Elk jaar verschijnen ze vroeger en vroeger: de personeelsadvertenties voor het onderwijs. Honderden vacatures worden op duizenden manieren onder de aandacht van vooral de Volkskrantlezer gebracht. Omdat elke school bang is (gemaakt) voor het lerarentekort, worden alle trucs uit de kast gerukt, om een mooi product te verkopen. Maar ik begrijp het niet goed.
Enerzijds bleek de afgelopen jaren dat we, nagenoeg moeiteloos, elke keer weer dertig vacatures of meer gevuld kregen. Toen we bijvoorbeeld een paar weken geleden in paniek raakten omdat een bijna onvervangbaar gewaande docent klassieke talen vertrok, konden we binnen tien dagen kiezen uit meerdere kandidaten.
Anderzijds lijkt het onbegonnen werk het vak van docent een aantrekkelijk imago te geven. De minister verkondigt dat iedereen die elders werkeloos wordt, maar in het onderwijs moet gaan werken. En de SP constateert tevreden, dat 80% van de docenten hun werkdruk niet wil verlagen door een week vakantie in te leveren. Onbegrijpelijk.
Ik lees liever de schaakverslagen in de zaterdageditie van de Volkskrant. Die zijn ook onbegrijpelijk, maar o zo mooi.

zaterdag 23 mei 2009

6

Jos bracht vandaag voor mij maatjesharing mee. Ik moest even aan het happen met Cor denken als het rooster klaar was op het Macropediuscollege.
Mijn eerste vijftien jaar als conrector zat ik in een directie die iets weg had van een vriendengroep. Met de aanhang uit eten, samen een borrel drinken op elkaars verjaardag. We wandelden genoeglijk door de Voerstreek, we fietsten met zijn allen uitbundig over Ameland. Maar een stap achteruitzetten, om naar elkaar te kijken, dat dreigde er wel eens bij in te schieten. Bovendien leek zo'n hechte directie voor haar personeel ooit op een gesloten bolwerk. Anderzijds heb ik in Joop en Wim twee goede vrienden overgehouden aan mijn vorige directie.
Vanaf het moment dat ik begon aan mijn baan op het Commanderij College, heb ik geprobeerd afstand te bewaren tot mijn collega's in het management. Programmatisch. Niet om persoonlijke redenen. Ze zijn de moeite waard, maar voorop staat dat ze de moeite waard moeten zijn voor de school. Daarom geen verjaardagen of uitjes.
En al die borrels met Richard, mijn geweldige collega directeur vmbo, drink ik wel na 1 juni.

vrijdag 22 mei 2009

7

Als afsluiter van een reeks lessen Spaans, mochten we woensdagavond een Zuid-Amerikaanse vrouw interviewen. Een kleine Boliviaanse uit Cochabamba verwelkomde ons. Al gauw wisten we dat ze vijf kinderen had, met een Nederlander was getrouwd en graag weer terug wilde. Qué ha estudiado? Sociologia en la universidad de La Paz. Verbazing in de groep. Onze docent lichtte toe: Het is niet zomaar een ama de casa.
Moderne twintigste eeuwers zijn we en toch werden we onbewust misleid door het uiterlijk. Typologieën van Hippocrates of Kretschmer verwerpen we met verve, maar deze zwartharige had laten zien, hoe broos die overtuiging is. Haar getekende gelaatstrekken, haar
indiaanse tanige huid schraapten meedogenloos onze dunne laag beschaving weg.
Op onze eigen school zitten leerlingen met uitdagende haardos, piercings op verrassende plekken, rokjes die ons doen aarzelen. Hoe vaak gaan we daar de grens over, terug naar Lombroso en Sheldon?

donderdag 21 mei 2009

8

Mijn zoon heeft deze week z'n nieuwe huis betrokken. Hij begint, waar ik eindig. Met zijn vrienden heeft hij geboord, geschroefd, geschilderd en schoon gemaakt. De kratten bier zijn weer omgezet in statiegeld en hij heeft zijn eerste maaltijd bereid: een stapeltje pannenkoeken. Het huis is nog erg kaal: een bed en een tv-toestel. Gordijnen ontbreken en de lampen hebben alleen nog een pit. Maar waar wij zien wat er niet is, ziet hij wat er wel is en wat er kan komen. Dat is zijn verbeelding.
We gebruiken beelden als aangrijpingspunten naar een nieuwe werkelijkheid. Verbeeldingskracht heet zoiets.
Zoals in de Middeleeuwse minnepoëzie fraaie metaforen worden gebruikt door de troubadour om de luisteraars iets tastbaars te geven, dat hij mee kon dragen na de voorstelling. Beelden om verder zelf aan te werken.
Zo kan mijn zoon beginnen verder te werken aan het beeld van "zijn huis". Zo eindig ik met de verbeelding van "mijn school".

woensdag 20 mei 2009

9

Francy, mijn schoonzus, heeft lachend gedreigd, de vuile was buiten te hangen en de waarheid en niets dan de waarheid te zullen onthullen tijdens mijn afscheid. De mens achter de schoolleider zogezegd. Als er al sprake is van een mens, voegde haar broer Jan onmiddellijk toe. Hij is psych tenslotte. Er is al een filmpje verstuurd naar Youtube, waarin een geëxalteerde persoon een poledance doet in de woonkamer, daarbij spottend gadegeslagen door een elfjarig nichtje.
Familie uitnodigen op je werk, heeft dezelfde effecten als wanneer je als schoolleider op kraamvisite gaat bij een personeelslid. Je komt binnen in een wereld die je niet eens vermoed had. De docent muziek die als progressief te boek staat, woont in een huis dat ingericht is met Hummeltjes en Swarovski. Bij de geëmancipeerde docente Duits woont de halve schoonfamilie in. Je hebt steeds maar tegen één zijde van het beeld aangekeken. Daar waar het bordje "school" op de sokkel staat. Maar je ziet het beeld beter, als je er om heen loopt. Als schoolleider moet je vaker op huisbezoek.
En we moeten de familie elk jaar eens uitnodigen op school.

dinsdag 19 mei 2009

10

Inderdaad vandaag de eerste toespraak over me heen gehad. Mijn laatste managementoverleg. Geen emotie, wel cadeaus. Een amfora, waarin de wijn heeft gezeten en die nu als urn dienen kan, oreert de spreker. Hoor ik daar Jos zeggen, dat ik in mijn gedichten zo'n rouwende toon heb gekozen?
Op mijn laatste MR-vergadering vanavond kreeg ik een prachtige grote bos bloemen en daarin van elk MR-lid een kaartje met een spreuk. En weer een toespraak. Waar blijft de emotie?
Ik merk dat ik bezig ben met ontkennen. Achter mijn computer verstuur ik de agenda's voor een volgend managementoverleg. De gesprekken die ik aanstaande dinsdag met de directies voer, gaan over hun plannen voor het nieuwe schooljaar. Ik corrigeer een beleidsplan over de functiemix: geldig tot minstens 2014. In een roes van automatisme dreunt mijn trein verder. Evaluatie van de examenstunt, invulling van de vakantiedagen, interventieplan havo-vwo. Als ik maar gewoon doorwerk, gaat het volgende station ongemerkt voorbij.
Ben ik bang om even stil te staan en om me heen te kijken?

maandag 18 mei 2009

11













Schoonheid en revolutie: s
igaren houden het vuur brandend. Neem maar een Davidoff 4000, een Arturo Fuente Gran Reserva, een Macanudo. Neem mij nou. Een longfiller moet geurig en zacht zijn. De juiste vochtigheidsgraad hebben. Langzaam brandend moet hij de avond vullen.
Een sigaar rook je met vrienden, met een glas cognac. Mediterend, savourerend. Een sigaar leidt tot passie.
Rudyard Kipling zei eens: "Een vrouw is maar een vrouw, maar een goede sigaar is puur genot"
Heeft u ooit zoiets gelezen over een sigaret?
Waar eindigt ook hier de werkelijkheid, waar begint hier het voorstellingsvermogen?

zondag 17 mei 2009

12

In de gang van de school hangen de foto's van de eindexamenklassen vanaf 1981. Voor de leerlingen zijn ze hoogst oninteressant. Maar ouders en andere bezoekers zoeken telkens naarstig naar bekenden of naar zichzelf. Sommige foto's zijn al vervangen, omdat de vingers blijkbaar steeds bleven steken bij dezelfde kandidaat.
De foto's van vorig jaar ontbreken plotseling. Waarschijnlijk onachtzaamheid. Dat doet me denken aan
jaargang 1966 op mijn eigen middelbare school, het Geert Grote College in Deventer. Die ontbreekt ook om mysterieuze redenen. Twintig jaar daarvoor en veertig jaar daarna is aan de muren van de school nawijsbaar. Zo ben ik zelf spoorloos geraakt in de geschiedenis van de school.

zaterdag 16 mei 2009

13

Je begint als leraar en je eindigt als manager. Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? Had je geen les meer willen geven? Absoluut.
Als ik kijk naar mijn eigen vak, Nederlands, dan zie ik een geweldig positieve ontwikkeling. Vroeger kregen de leerlingen een opdracht en dan moesten ze meteen aan de slag. Op mijn eigen eindexamen kreeg ik voor de eerste keer in mijn schoolloopbaan een samenvatting voorgeschoteld. Werken maar.
Jarenlang heb ik zelf lesgegeven in een bleek aftreksel van mijn eigen opleiding: literatuur, stijl en spelling, grammatica. Nu worden kinderen binnengeleid in de taal als gebruiks- voorwerp, als drager van een boodschap. Jongeren leren hoe je al sprekend en schrijvend je moet afvragen wat je wilt bereiken. Ze leren rekening te houden met hun publiek. Ze vragen zich af, of hun argumentatie wel correct is.
Deze ontwikkeling zie je ook in de andere vakken, en dat is geweldig. Kinderen krijgen een gereedschapskist mee vol kennis en vol vaardigheden, die hen later prima van pas komen. Deze generatie studenten zal zich niet meer hoeven af te vragen: "Waarom hebben we dat nou weer moeten leren?"

vrijdag 15 mei 2009

14

Nu ik vertrek worden me stelselmatig twee vragen gesteld. "Heb je het er moeilijk mee?" en "Wat ga je straks doen?"
Toen ik vandaag contact had met Carla, mijn opvolgster, bleek zij zich in dezelfde gevoelsgolf te bevinden als ik. Ze was zich langzaam aan het losmaken van al die mensen die de afgelopen jaren haar zo vertrouwd waren geworden. Vandaag de ouderraad, dinsdag het management, over een week de collega's. Je neemt geen afscheid van een organisatie, niet van een onderwijsfilosofie of van een gebouw. Wat je achterlaat zijn mensen. Dat kostte ook haar tranen.
Het verschil tussen haar en mij zit hem in het antwoord op de tweede vraag. Het is duidelijk wat haar de komende jaren te wachten staat. Haar rol zal betekenisvol zijn op een spannende school. Naast alle nieuwe dingen zijn er voor haar ritme en vanzelfsprekendheid, misschien zelfs een beetje automatisme. Dat houdt een mensenleven bij elkaar.
Maandag gaan Jo en ik eens praten over fietsen naar Rome. Dat is alvast een maand.

donderdag 14 mei 2009

15

Franca en Miriam werken op de administratie van het Centraal Bureau. Nauwgezet en opgewekt verwerken ze manden vol werk voor een salaris dat een fractie is van dat van hun lesgevende collega's. Op hun bureau staan de vrolijke foto's van hun kinderen.
Het onderwijsondersteunend personeel is de vader en de moeder van de school. Conciërges repareren als een goed huisvader gesneuvelde stoelen en ruimen de rommel op die hun kinderen achterlaten. De receptionistes proberen ijverig de ontbrekende punten voor een cijferlijst te achterhalen die hun kinderen vergeten zijn. En op de afdeling ict luistert men geduldig naar de veeleisende wensen van hun digitaal verwende kinderen.
En zoals het ouders betaamt, is het ondersteunend personeel heel welwillend
. Ze bewegen mee. Er wordt tijd vrijgemaakt, er wordt een tandje bijgezet. Ook als hun puberend kroost verongelijkt reageert en soms stampij maakt. Want ouders houden van hun kinderen: kinderen zijn nu eenmaal zo. En docenten heel soms ook.

woensdag 13 mei 2009

16

De laatste jaren proberen we het leren van onze kinderen zinvol en contextgebonden te maken. Via vakken als verzorging en techniek zijn we gekomen tot leergebieden als Mens en Maatschappij, Kunst en Cultuur, Mens en Natuur. Waar we nog steeds erkennen, dat kennis van groot belang is, realiseren we ons dat daarnaast nieuwsgierig en kritisch leren wezenlijk is om van onze studenten permanente leerders te maken.
Voor het reguliere onderwijs waarin, ondanks vroege teksten van Van Pareren, systeemscheiding nog hoogtij viert, is dat een stap die vaak voorzichtig via eenmalige projecten wordt genomen.
Hoe voorzichtig blijkt wel uit het gegeven, dat al in 1976 een eerste project ("Voedsel") op onze school werd uitgevoerd in de brugklas. De onderbouwing toentertijd verwees nog naar "De ontscholing van de maatschappij" van Ivan Illich en "Leren in vrijheid" van Carl Rogers. Toen al constateerde men: "Lesgeven is funest voor het leren".

dinsdag 12 mei 2009

17

Het is een donkere winteravond januari 1977. In het bovengebied van fase 1 bivakkeert een groep docenten voor de deur van het lokaal waarin het schoolbestuur vergadert. Het schoolbestuur, dat, geheel in de stijl van het Rijke Roomse Leven, bestaat uit de leden van het kerkbestuur. De docenten ondersteunen hun rector die probeert de vergaderenden ervan te overtuigen, dat de school een andersoortig bestuur nodig heeft. Democratischer tot stand gekomen, de diverse bloedgroepen rond de school vertegenwoordigend, bekwamer ook. Piet van de Ven heeft het Mijnheer van Mijnheer de Bok al gedemocratiseerd. Jan Wagemakers brengt eindelijk de jaren zestig Gemert binnen.
Een voor een, als de tien kleine negertjes, verlaten de bestuurders het lokaal. Even na middernacht stapt de laatste op. Het tijdperk van de gekozen bestuurders breekt aan. De stem van het volk telt. Twee jaar later word ikzelf bij een verkiezing door het hele personeel aangewezen als conrector. Ik griezel nu bij de gedachte.

maandag 11 mei 2009

18

Mijn broer is vijfentwintig jaar geleden overleden. Zo maar uit ons leven verdwenen. Ik bezoek regelmatig zijn graf. Met een handveger over de steen, met een harkje langs de struikjes af. Even zijn naam uitspreken.
Als ik ergens door een verloren dorpje wandel, loop ik vaak even
over het plaatselijke kerkhof tussen de oude, scheefgezakte zerken door. En ik lees hardop enkele namen. Want zolang iemand je naam uitspreekt, ben je nog niet helemaal dood.
Mijn broer is vijfentwintig jaar geleden overleden. Maar vaak als ik bij zijn graf sta, heeft iemand er een bloemetje bij gezet. Al jaren. We weten niet wie dat doet. Er is blijkbaar iemand voor wie hij nog steeds leeft. Een zachte gedachte.
Zou iemand vijfentwintig jaar na mijn vertrek nog mijn naam eens uitspreken?

zondag 10 mei 2009

19

Van de Peet was een grootheid. Een magere man, bleke huid met sproeten en dun rossig haar. Aardrijkskunde en geschiedenis gaf hij op de kweekschool. En de didactiek ervan. Hij dwong ons in het keurslijf van doordachte lesschema's. Van hem leerden we, dat een goede les begint met een gedegen voorbereiding. Elk uur met de leerlingen kostte een uur met onszelf. Te bedenken, dat er docenten zijn, die 's middags hun boekentas bij de postbussen laten staan tot de volgende dag.
Op maandagochtend hadden we eens proefwerk geschiedenis bij hem. Het overviel me, zoals zo vaak in die tijd. Van de drie vragen wist ik
daarom alleen de tweede te beantwoorden. Met wat acrobatisch getuur kon ik bij mijn linkerbuurman het antwoord op vraag één en bij mijn rechterbuurman dat op vraag drie ontwaren. Toen Van de Peet een week later de proefwerken teruggaf, sprak hij de verdenking uit, dat mijn beide buurlui bij mij gespiekt hadden. Ook hij ontkwam er niet aan soms de bedachte werkelijkheid te houden voor de werkelijkheid.

zaterdag 9 mei 2009

20

Ook ik kreeg twee doosjes. Net als alle (midden)- managers en taakhouders. Strak en modern. Visitekaartjes symboliseren status en belang. Net als een naamplaatje naast de deur van je kamer. (Het schijnt dat ik geen kantoor mag zeggen, omdat zulks te zakelijk klinkt en naar werken riekt). Visitekaartjes heb ik in al die jaren evenveel versleten als kamers: een stuk of tien. Dus had ik nog twee doosjes over.
De meeste kaartjes heb ik daarom afgelopen wandelvakantie in Ierland uitgedeeld: verstopt onder een steen aan het strand, geschoven onder een ontbijtbordje bij een bed-and-breakfast, geprikt in een bloeiende gaspeldoornstruik op een helling. De wind en de afwas zullen ze uitwissen.
Wat moest ik ermee? Netwerken opbouwen? Ik bewonder Albert-László Barabási en zijn theorie over allerlei soorten netwerken (zoals internet, cellen, verkeer). Belangrijkheid wordt daarin bepaald door de groei en door het aantal van de contacten. Laat ik nou gaan voor diepte en kwaliteit.

vrijdag 8 mei 2009

21

In het begin van de jaren tachtig bestond het al: de docent beeldende vakken die zijn leerlingen aan het werk hield door heel vaak te toetsen. Zijn programma kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing voor vier havo stond er bol van. De overige docenten ergerden zich er mateloos aan, want de aandacht van de leerlingen voor hun eigen vak was daarmee verloren. De toets als drijfmiddel: als ze een punt krijgen, zullen de leerlingen wel gaan werken.
Nog steeds bestaat op scholen de terreur van de toets. Wij gebruiken de toets om onze leerling aan het werk te krijgen. Een slecht punt? Je hebt niet goed gewerkt! Maar een toets zou niet alleen de leerling moeten kwalificeren, maar ook ons onderwijsproces of onze leerstof. Heb ik het goed gedaan als docent? Was mijn aanpak effectief? Heb ik mijn doelen bereikt? Welke docent vraagt zich af of de toets wel goed in elkaar stak, als het aantal onvoldoendes wat groot is.
Ik pleit voor een beperkt aantal toetsen die dan ook geen punten moeten opleveren, maar antwoorden.

donderdag 7 mei 2009

22

Terug na tien dagen wandelen in Ierland. Natuurlijk alleen maar vriendelijke mensen ontmoet. Want wat je denkt, dat neem je waar. Als je pas een nieuwe Renault gekocht hebt, dan zie je plotseling overal Renaults rijden. Wanneer we in Ierland langs een verzameling nieuwe woningen liepen, zag Jos alleen maar leegte en kaalheid, terwijl ik netheid zag en verzorgdheid.
Dezelfde invloed van denken op waarnemen merkte ik al jaren geleden na een rapportvergadering. In een leerling die je alleen kende van je eigen vak, waarin zij uitgesproken slecht presteerde, zag je vaak een ander kind, als je de rest van haar punten zag. Weten is waarnemen.
Je ziet pas iets, als je weet waarnaar je moet kijken. Daarom pleit ik ook altijd voor vroeg en frequent contact met de ouders. Na een gesprek met hen is een leerling vaak veranderd. Of in ieder geval jouw waarneming.

woensdag 6 mei 2009

23

Archeoloog

Hij is niet gelukkig, nu langzaam,
na jaren voorbereiding, zijn handen
de bedolven stad bevrijden.

Kranten en vakbladen
zullen over zijn vondsten juichen
maar hij is niet gelukkig.

Oude vormen van wanhoop, de resten van het leven
dat hij aarzelend blootlegt, vullen zijn hart,

1200 jaar voor Christus sterft hij dan
bij de verwoesting van Mycene.


Riekus Waskowsky

dinsdag 5 mei 2009

24

De waterlelie

Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in 't licht.

Rijzend uit donker-koele vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer...

Frederik van Eeden

maandag 4 mei 2009

25

Juffrouw A

Op 19 september, een nevelige
negentiende, stapte juffrouw A
aan de verkeerde kant van
haar scheepje Steeds Tevreden
in het Meppelerdiep.

Het was al koud, zij had
de kachel niet aan kunnen krijgen,
haar oude moeder was gestorven,
alles roestte en knarste, vanuit
haar kombuis leken god en
sociale zaken niet te bereiken.
Ze ging van boord.

Rutger Kopland

zondag 3 mei 2009

26

De schalmei

Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka die Iwan heette.

Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.

Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.

"O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei.
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei."

J.J. Slauerhoff

zaterdag 2 mei 2009

27

's Morgens

Het was half vijf 's morgens in April
Ik liep, en floot de St. Louis Blues
Maar ik floot die op mijn eigen wijze
Al fluitend dacht ik:
mocht mijn fluiten gelijken
op de zang van de grote lijster
En waarlijk, na enige tijd
geleek mijn fluiten van de St. Louis Blues
op de zang van de grote lijster:
turdus viscivorus.

Jan Hanlo

vrijdag 1 mei 2009

28

Zeker,
op een gegeven moment
zal ik er genoeg van hebben
zonder af te wachten
of de dingen wel
de allure aannemen
van een welgeschapen camembert

Dan
zal ik mijn voeten op uw bord zetten
of simpelweg
mijn hand op de schouders leggen
van alles wat me tegenstaat
in grote karakters
kolonisatie
civilisatie
assimilatie en wat dies meer zij
in afwachting daarvan
zult u mij dikwijls
hard
de deur horen dichtslaan

Annie M.G. Scmidt

donderdag 30 april 2009

29

Tijd

Ik droomde dat ik langzaam leefde...
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om me heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen...
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
Een dag en nacht van korten duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
- De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd...
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten?

Maria Vasalis

woensdag 29 april 2009

30

Mijn broer

Mijn broer, gij leed,
Een einde, waar geen mens van weet.
Vaak ligt gij naast mij, vaag, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.

De weg met iepen liept gij langs.
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch woudt gij

Alleen gaan door de woestenij.

Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. 'k sprak uw naam.
En vroeg, waarheen gij gingt.
Het antwoord was:

"Te vreselijk om zich in te verdiepen.
Zie: 't gras
Ligt weder dicht met iepen
Omkringd."

Hendrik de Vries

dinsdag 28 april 2009

31

Vanmorgen zijn we naar Ierland vertrokken om te gaan wandelen. Tien dagen zul je het dus zonder blog moeten doen. Je hebt de komende anderhalve week de kans je in wat andere gedichten onder te dompelen, dan mogelijk is in de beperkte kolom hier rechts naast. Niet dat daarin mindere gedichten stonden. De regels moesten alleen korter zijn om niet van de rand te vallen.
De enige steekhoudende definitie voor een gedicht is: "een stuk tekst waarvan regels niet vol geschreven zijn". En het woord "vers" komt van het Latijnse "vertere" hetgeen "omkeren" betekent. De zin keert om voor ie het einde van de regel heeft bereikt.
Hoewel vorm natuurlijk altijd inhoud zou moeten volgen, zijn veel prachtige gedichten ontstaan in het keurslijf van de vorm, zoals rijm en metrum. Om maar te zwijgen van onsterfelijke regels die ontstaan zijn doordat de drukker de tekst niet goed lezen kon en er zijn eigen wending aan gaf.
Lees ze. Er is elke dag weer vers-voer.

maandag 27 april 2009

32

Begin jaren tachtig sjouwde ik de eerste computer de school binnen. Een blok van een Tandy Trs80 III. De directie had lang, lang geaarzeld. Ze had er evenveel moeite mee, als indertijd de personeels- vergadering met de eerste videorecorder. Het voltallige bestuur kwam na de volgende bijeenkomst nog een controlerende blik werpen op het gevaarte.
Er was nadien weinig inspanning nodig om te komen tot meer computers, grotere netwerken en geavanceerdere programmatuur. Maar discussie bleef er. Want met de omvang nam ook de macht van de ict toe. Het gevaar dat altijd om de hoek loerde, was de omkering van alle waarden. De haalbaarheid van inhoudelijke veranderingen dreigde namelijk keer op keer getoetst te worden aan de automatiseerbaarheid ervan. Daarom droeg mijn eerste ict-plan als ondertitel de vijf klinkers van ons alfabet: a.e.i.o.u. Ancilla est ict operanda umbra
. Ofwel: Ict is een dienstmaagd die in de schaduw moet werken.

zondag 26 april 2009

33

De politiek heeft zich deze week weer van haar vormeloze kant laten zien. Nee, ik bedoel niet Mariet Hamers in haar juten broekpak. De discussie rond de (test)-JSF heeft twee bevolkingsgroepen aan het woord gelaten, die ik het liefst in een reservaat op de Veluwe zou loslaten: politici en militairen. Het gestuif met pontificale geweien en het gebrul van de balts zouden daar in een natuurlijke omgeving van herten en everzwijnen niet opvallen. Was het dan maar zo dat we er promovendi op konden afsturen die een uitstervend ras wilden beschrijven. Ter leringhe ende vermaeck.
Het Haagse gedrag heeft me gesterkt in mijn reactie op al die ijverige mensen die met hun collectebus aan de deur komen. Ik geef nooit iets. Niet omdat de doelen niet de moeite waard zijn. Dat zijn ze zeker, afgezien natuurlijk van aberraties als een dierenambulance. Maar ik vertel de mensen altijd, dat ik mijn bijdragen maandelijks aan de belastingdienst stort. Daar kan men terecht voor hun deel. Dat men in Den Haag al dat geld blijkbaar liever aan prestigieuze speeltjes voor soldaatjes wil besteden, soit. Dat zijn tenslotte kerels met ballen: test-ikels. Ik ben een braaf burger. Ik stem volgende keer weer anders.

zaterdag 25 april 2009

34

Theo van de Weijer reed toen nog een vaaloranje renault5. Elke personeelsdag begon met een autorally die door Cor werd uitgezet. Door Cor, die ook alle kosten van het personeelsfeest netjes hoofdelijk omsloeg. Geruchten gingen, dat hij daarvoor ook de drankomzet per persoon in de gaten hield. Dat was niet moeilijk overigens met vijfentwintig collega's. De zesentwintigste rekening hoefde nooit opgemaakt te worden. Want zelfs in die kleine groep was er een personeelslid dat consequent weigerde op het feest te komen.
In de loop van de jaren bleek dat ras hardnekkig, maar het breidde zich niet uit. Al groeide het team naar meer dan driehonderd collega's, het aantal dienstweigeraars bleef steken op een paar. Ze komen niet naar het personeelsfeest. Ze laten het kerstgeschenk ostentatief in de personeelskamer achter. En in de personeelsvergadering verklaren ze: "Ik hou me aan de afspraak, zolang het me uitkomt".

vrijdag 24 april 2009

35

Gisteren bezocht ik de laatste les van onze docent Engels op het vmbo. Every inch a gentleman. Trots laat hij nog een speelse presentatie zien waarmee hij zijn leerlingen "bij de les hield". Jeugdige dansmuziek en prachtige stadsbeelden ondersteunen Engelse teksten. Frank probeert enthousiast te kijken, maar zijn les doet er niet meer toe. We zijn er om hem na 37 jaar uit te zwaaien. Zijn stem breekt, tranen.
Voor de laatste keer draaide ik vandaag de formatieverdeling uit. Mijn hand reikt nog even naar het volgende schooljaar. Ik speel met de jaarplanner en schuif met data, maar bij de gebeurtenissen zelf zal ik niet meer zijn. De gebouwen en de teamverdeling voor volgend jaar: ik praat nog volop mee, maar mijn naam ontbreekt. Het lijkt alsof ik een toneelstuk regisseer, dat ik zelf niet meer zal zien. Esscher: mijn hand tekent een hand die een hand tekent.

donderdag 23 april 2009

36

Ze was een voorbeeldleerling: ze haalde achten voor mijn vak en haar moeder zat in de ouderraad. Madeleine werd later ook nog eens redactie- lid van de schoolkrant.
Toch vroeg mama belet op de tafeltjesavond. De eerste fase van het Macropediusgebouw stond nog in het midden van een moeras. Van de auto naar het gebouw zag ik haar al van verre naar mijn lokaal komen
, lichtvoetig ondanks het modderen pad. Ik voelde dat ik bloosde en zeker toen ze zonder inleiding begon:"Het gaat prima met mijn dochter. Maar ik wilde u wel eens zien. Ik heb zoveel van u gehoord".
De boekjes die Lidwien mij op een andere school jaren eerder met Sinterklaas van haar moeder moest geven, kwamen me in gedachten. Ik bloosde weer. Om toen.
Mijn passie voor onderwijs en begeleiding lieten me elk jaar weer uitkijken naar ouderavonden en modelleerlingen.

woensdag 22 april 2009

37

Van een bestuurder wordt in veel zaken een behoudend standpunt verwacht. Standpunten die je zelf vaak niet in wilt nemen omdat ze zo definitief en afstandelijk zijn. Het liefst dwaal je doorheen een landschap van mogelijkheden.
Zo staat er in de statuten dat elke leerling van het Commanderij College levensbeschouwelijke vorming moet krijgen. Directeuren willen nu eigenlijk het vak afschaffen: ze geloven er niet (meer) in en ze hebben de uren hard nodig voor andere zaken. Wat het college van bestuur ervan denkt, als het bij bijvoorbeeld geschiedenis wordt ondergebracht?
Je kunt de feiten uit levo onderbrengen bij de feiten uit geschiedenis, maar daarmee heb je geen levensbeschouwing. Levensbeschouwing begint bij
het aannemen van docenten. Docenten Nederlands, wiskunde, handvaardigheid; ze dienen allemaal doordrongen te zijn van de waarde van het leven, van de leerling, van het onderwijs. Waardevrij onderwijs bestaat niet, net zomin als onderwijs zonder maatschappijvisie.
Ik geloof niet in godsdienst, wel in levensbeschouwing.

dinsdag 21 april 2009

38

Er kraakte zand tussen de tegels van de douche. Verwarming was er niet en de eetzaal had nog de inrichting en uitstraling van een refter. Het Kapucijnerklooster in Biezenmortel, februari 2004.
Het was het tweede jaar van ons bezinningstraject als leiding- gevenden van het Commanderij College. Een jaar eerder hadden we ons,
onder leiding van Rens van Loon, bezonnen op ons eigen functioneren. Het model van de kleerkast: situationeel leiderschap.
In versleten fauteuils en met de benen op tafel droomden we nu met elkaar over revitalisering van het onderwijs. Vrijblijvend, op de lange termijn.
We droomden een model van werken in teams. Flarden ideeën waaiden door de kamer. Nog wat ongrijpbaar, maar veelbelovend. Immers, uit de dromen van de lente wordt in de herfst jam gemaakt.

maandag 20 april 2009

39

Op de dag dat het Nederlandse voetbalelftal in 1974 de wereldbekerfinale van Duitsland verloor, arriveerde ik in St.-Petersburg, de stad die toen nog onverschrokken Leningrad heette. Ik had zwaarcommunistische sympathieën en vond het dus nodig om met een aantal gelijkgezinden op bedevaart te gaan naar het land van beloften. Vier jaar eerder had ik al, na een hongerstaking van tien dagen, met S5 de militaire dienst verlaten.
Na Leningrad bezochten we Kiev, Jalta en Moskou. Bjorst en kwas waren het enige wat in overvloed aanwezig was, samen met achterdocht en angst. Gelijkheid in armoede en gelijkheid in onrecht.
De fantastische metrostations in de hoofdstad werden symbool van theatrale gevangenisdecors. Opeens leken de bordjes "uitgang" (vuchod) alleen voor ons bedoeld, niet voor de Russen zelf .

zondag 19 april 2009

40

Deze blog heeft iets weg van een reünie.
Natuurlijk gaat het bij een reünie om het terughalen van mensen en van gebeurtenissen. Bij de grote terugkomdag van 1994, vijftig jaar Gemerts onderwijs, vonden er ook afrekeningen plaats met het verleden: een oud-leerlinge die met een dagboekschrift in de hand docenten uit haar schooltijd kapittelde en haar vader verketterde.
Toen mijn middelbare-schoolklas na meer dan dertig jaar weer bijeen kwam op de markt in Deventer leek die op een klassenavond uit 1965: dezelfde verhoudingen, dezelfde gevoelens en oude foto's.
Maar het aardige aan reünies is dat, na de verhalen en de docenten, het leven gewoon verder gaat met vandaag. Toen we met vijf lotgenoten van de kostschool in 2005 een weekend organiseerden in Hellendoorn, was dat een hernieuwd begin.
Daarom heeft deze blog iets weg van een reünie.

zaterdag 18 april 2009

41

De dichter Martinus Nijhoff beschreef het maken van een vers als "één procent inspiratie en 99% transpiratie".
Toen Joop en ik op derde kerstdag 1986 het plan opvatten voor een pelgrimstocht naar Santiago werd de inspiratie geleverd door een documentaire van Hans Keller, door een fles Franse cognac en door enkele sigaren. Na zo'n avond gaat het leven gewoonlijk op dezelfde manier verder als daarvoor. Pas bij de volgende fles cognac komt de verzuchting terug: "We zouden eens..."
Aan dromen moet je werken. Het meest trieste, en dus het mooiste liedje van Wim Sonneveld gaat over een man die er van droomt naar de Golf van Mexico te gaan. In de loop van zijn leven zijn er allerlei argumenten om niet te gaan. Tot hij op zijn sterfbed van zijn vrouw het verwijt krijgt, dat hij niet gegaan is.
Anderhalf jaar na de verhalen van Cees Notenboom stonden we met zijn drieën na veel pijn, inspanning en eenzaamheid in Santiago. We waren gelukkig.

vrijdag 17 april 2009

42

De laatste personeelsdag van het Macropediuscollege. Een fietstocht door de regio. Een bierbrouwerij, een uitspanning en een feesterij. Een personeelsdag als de uitvaart van een oude oom. Nog eens een laatste keer als familie bij elkaar.
We fietsten samen op met een biologiedocent die al weer een paar jaar van school weg was, omdat hij het tot wethouder had gebracht. Politiek verlof.
De bekende vragen, over wat hem zo boeide in de politiek en wat hem zwaar tegenviel. Hij keek er ernstig bij, wat hij overigens altijd deed, en zei toen: "Baas zijn is zo moeilijk, want iedereen wil wat van je." Ik knikte, want er was herkenning.
"Maar het moeilijkste is, dat je er nooit op kunt rekenen, dat iemand zich later jouw gunst herinnert, als je hem nodig hebt". Ik zweeg. De vogels floten. Ik was nu een jaar rector.

donderdag 16 april 2009

43

Vanavond komt Herman Pleij in het literair café. De blaue scute vaart weer voorbij. Op de plecht hangt Goof en op het achterschip ontwaar ik Jo.
Het waren lange avonden, lange dagen, lange jaren, die we met zijn drieën door- brachten in de tempel van de Nederlandse taal- en letterkunde. Zeven lange jaren studeren naast een volle baan. Een half vergaan dafje, een rode kever, een sputterend mobylettje. Eindeloze dagen in het gezelschap van Paardekoper en Van der Lubbe, van
Poulssen, Heersche en Hermkens. Twee avonden in de week en een zaterdag stortten we ons op Gotisch, fonologie en allerlei andere zaken die op de mavo zo hartsgrondig overbodig waren. We hebben, ocharm, één zaterdag aan schrijven (Floor) en één avond aan opstel besteed.
Nog maar een paar jaar geleden heb ik alle aantekeningen, samenvattingen en vertalingen weggegooid.
Wat gebleven is, is vriendschap.

woensdag 15 april 2009

44

Links voor in de klas begint een meisje te huilen. Het meisje naast haar volgt. Achterin klinkt ook een stil gesnik. Het is maandag 25 augustus 1969. Mijn eerste dag als onderwijzer aan de meisjes lagere school St. Anna. De kinderen zijn alleen juffen gewend. En nu komt een onderwijzer de klas in met een lange baard en haren met de lengte van die van Charles Manson. In het dorp is mijn bijnaam "Christus". Voor kinderen van acht-negen jaar een ware cultuurschok.
Ook voor mij was het wennen. Ik plakte poëzieplaatjes, onderwees handwerken en dweilde de plaats droog van een kind dat in haar broek had gedaan. Geen wiskunde, maar de tafeltjes van twee tot en met twaalf. Geen literatuur, maar de verhalen van Pim, Frits en Ida.
Na verloop van tijd echter liepen de kinderen hand in hand met mij over de speelplaats En ik bewaar nog steeds met heimwee het briefje van Marieke, dat ik op mijn bureau vond op een ochtend: "Meester, mag ik een kusje van u?"

dinsdag 14 april 2009

45

Op de eerste jubileumbijeenkomst van het nieuwe Commanderij College vierden we nog alle jubilea van de hele school in één bijeenkomst. Ook de vakgroepen waren CoCoBreed georganiseerd en in alle vakken gebruikte men over de hele school dezelfde methode, die overigens netjes in de secties waren vastgesteld. Overal golden dezelfde overgangsregels en we hadden een gezamenlijk weekinfo.
Met name de senioren van de oude lts verzetten zich tegen de jubileumviering. Een viering nog wel op de verfoeide havo-vwo-locatie. Hun welbespraakte woordvoerder somde in zijn feestrede allerlei verderfelijkheden van de fusie op. Pas later begreep ik uit een mist van humor en bitterheid de werkelijke reden: hen was het gebruikelijke etentje met de jubilaris ontnomen.
Ze hebben zich in de loop der jaren geschikt. Het Commanderij College werd ook hun school. En nu komen ze als postactieven graag naar nieuwjaarsreceptie, personeelsfeest en jubileumviering. Het is er goed van spreken, eten en drinken.

maandag 13 april 2009

46

Vanaf 1982 liep het leerlingenaantal op scholen langzaam en langdurig af. Daarbij kwam, dat het aantal lesuren dat door docenten gegeven moest worden, toenam na het afschaffen van de schoorsteenuren. Kortom: het aantal banen in het onderwijs liep een decennium lang alleen maar terug. Omdat in onderwijsland toen (en nu nog) het last in first out principe gold, kwamen er enerzijds geen jongeren meer in het onderwijs, anderzijds wisselde niemand van school: "Blijf zitten waar je zit". Scholen worstelen nu nog met de kwalijke gevolgen van beide verschijnselen.
Voor mij zat er nog een heel vervelend facet aan deze depressie. Als verantwoordelijke voor de formatie, was ik het die toen telkenjare de boodschap de school in moest brengen, welke docenten hun ontslag zouden krijgen. Dat je mensen hun inkomen ontnam was heel betrekkelijk met de vigerende wachtgeldregeling. Maar werk biedt naast inkomen ook nog contacten, kansen op ontwikkeling en perspectief. Dat te ontnemen voelde als beulswerk.

zondag 12 april 2009

47

In hun boek "Leren veranderen" geven Leon de Caluwé en Hans Vermaak in een aantal kleuren aan hoe mensen verschillend met veranderen omgaan. Toen ik college volgde bij één van de schrijvers begon hij zijn betoog met de simpele constatering: "We hebben een heel dik boek geschreven over veranderen, maar de kern staat in hoofdstuk één: veranderen is zo moeilijk; als het niet nodig is, doe het dan alstublieft niet".
Bij veranderen hoort volgens mij rotondemanagement. Op een rotonde gaat het verkeer sneller en gebeuren er minder ongelukken dan bij kruispunten met stoplichten. Dat komt omdat mensen op rotondes hun eigen verantwoordelijkheid (moeten) nemen. Verander de omgeving dusdanig, dat mensen onontkoombaar een eigen beslissing moeten nemen. Als je wilt dat mensen langzamer rijden, zet dan geen borden, maar leg dan drempels. Ze kunnen zelf kiezen om al dan niet snelheid te minderen. Als je de kraaien niet weg krijgt van het dorpsplein, zaag dan hun landingstak weg.

zaterdag 11 april 2009

48

Enkele weken geleden belde een journalist voor een interview met mijn opvolgster en mij. Iedereen die me een beetje kent, weet dat ik daar echt niet naar uit zit te kijken. Maar de man was welkom: hij bracht me terug naar het begin van de jaren tachtig, naar wat zijn eerste stappen waren in de journalistiek.
Wim Poels jr. was namelijk een van de leerlingen die het schoolblad, "de Petoet", met enthousiasme en creativiteit tot de Nederlandse top hadden gebracht. Twee maal mochten we een landelijke prijs in ontvangst nemen.
Met één jongen en acht meiden vergaderden we elke dinsdagmiddag in de grote pauze. Een vakantieroman, een poëzie-Petoet, een schoolspel, een Kunst-Petoet. Niets was onmogelijk; het was alleen nog nooit gedaan.
En nadien samen een aantal uren rond tafels lopen op het podium om te verzamelen en te nieten. Journalistiek was toen nog edel handwerk.

vrijdag 10 april 2009

49

Een van de spannendste momenten in mijn schoolleven was een dinsdagmorgen in de herfst van 1995. De onder- handelingen over de fusie waren in een cruciaal stadium gekomen. De overgebleven tegenstellingen waren maximaal. De drie medezeggenschapsraden waren de hei opgestuurd met een voorstel waarin de theoretische leerweg op de havo-vwolocatie bleef en op beide locaties een gemengde leerweg zou worden aangeboden. Een onding, maar de kool en de geit werden gespaard.
Op dinsdagmorgen kwamen successievelijk de antwoorden binnen. Ik liet de dikke enveloppen een paar uur ongeopend op mijn bureau liggen, voor ik me eraan waagde. Uit een mist van voorwaarden en details kwam driemaal een positief antwoord: de fusie was gered.
Vier jaar later hadden we geruisloos een ongedeeld vmbo.

donderdag 9 april 2009

50

Mijn eerste schoolreisje op de mavo ging naar Brussel. Hoewel er van tevoren vele verhalen werden opgerakeld over langdurige vertragingen door de spreekwoordelijk krakkemikkige bussen van De Wit, bereikten we op schema het Congomuseum in Tervuren. We kregen een uur om de krochten van de Belgische geschiedenis te bezoeken. Een stoffiger museum bestaat er nergens ter wereld of het moet het missiemuseum in Steijl zijn. Net toen ik met de jeugd naar het museumgebouw wilde lopen, greep de directeur, Jan de Bok, me bij mijn schouder: "Meekomen, dat is voor de kinderen". Voor ons, docenten, stonden er zware steaks en Belgische frieten te wachten aan de overkant van de weg.
De gêne die ik toen, als beginnend docent, ervoer, was verwant met de boosheid die me overviel als middelbare scholier, wanneer mijn eigen docenten zich in een uitzonderingspositie rechtvaardigden met "quod licet Iovi non licet bovi".
Later raakte ook ik
mijn jeugdige gelijkheidsbeginselen wat kwijt.

woensdag 8 april 2009

51

Zeventien was ik toen een trap tegen mijn hoofd in de gymles een einde maakte aan een carrière als keeper. Als ik bij latere gelegenheden dit voorval uit de vijfde klas vertelde, gaf dit veel mensen ook een plausibele verklaring voor een heleboel vreemde dingen in mij.
In die tijd moest je nog een paar weken plat bij een hersenschudding. Iedere avond werd me trouw wat nieuws voorgelezen uit de Volkskrant. Toen bezocht ook Claessen mij. Hij las me het gedicht "De Vis" van Ed Hoornik voor. Het verhaal van een echtpaar op reis in Spanje, dat de verdrinkingsdood van een jongetje meemaakt.
Twintig pagina's over schuld en doodsobsessie. Ik voelde me gestreeld en gestimuleerd.
Ik weet niet of wij onze leerlingen nog zo hoog inschatten als hij toen deed.

dinsdag 7 april 2009

52

In mijn beginjaren op de Willibrodusmavo sportten we regelmatig met en tegen de leerlingen. Voetbal natuurlijk met de in de dorpen toen nog gebruikelijke boerenhardheid. Maar er was ook een atletiekladder met schoolrecords. Zo liepen we elk jaar met leerlingen en collega's een herfstcross. Op de fiets naar de bossen in Handel of (de) Mortel. En dan verdrinken in het enthousiasme van Hans Sinke, onze gymdocent. De man droeg een aureool om zich heen van onaantastbaarheid, want hij was commando geweest en had in een jeugdgevangenis gewerkt.
Ik was vroeg twintig en in mijn onbezonnenheid ging ik als een razende van start. Die vijftien jaar oudere Poels zou ik wel even aftroeven. Maar na een paar kilometer was de motor wel redelijk leeg en toen ik de laatste honderd meter naar de finish strompelde, passeerde mij de diesel van mijn vakgroephoofd.
Daar stond ik dan met mijn lijfspreuk: "Beter kort gebrand dan lang gegloeid".

maandag 6 april 2009

53

Theepluksters op de Preanger. Wie kent niet die soepele, zachte smaak van Indonesische thee ? Dankzij de eeuwenoude verbintenis met Indonesie is de smaak in Nederland heel vertrouwd. Zelfs het Nederlandse onderwijs is van thee doordrongen: het theezakjesmodel.
Het theezakje van het universitair onderwijs wordt uit het kopje gehaald en gesopt in het vwo. Dezelfde vakken, dezelfde onderwijsstijl. Maar dan allemaal net iets minder. Het havo is daarop weer een aftreksel van de vwo-thee. Alles hetzelfde, maar weer een beetje minder.
Een havo-leerling is echter helemaal geen vwo-leerling die alles een beetje minder kan. Een havist is goed in totaal andere dingen. Havo-onderwijs moet helemaal anders bereid worden dan een slap aftreksel van de vwo-thee. Meer praktijkgeörienteerd, meer stage. Kortom meer aansluitend op het hbo.
Gelukkig hebben we een aantal jaren geleden de mavothee weggespoeld voor de smaak van een prachtig vmbo-t. Al zijn er nog steeds scholen en ouders die zweren bij het oude etiketje op een smakelooos pakje thee.

zondag 5 april 2009

54

"Freedom is just another word for nothing left to lose".
Afgelopen vrijdag liet Martin Jacobs me de invitatie zien voor m'n afscheidsreceptie. En plop, de tranen schoten me in mijn ogen. Ik ben met Jos maar op een terrasje gaan zitten.
In de zachte lentezon kwam Theo 't Hort, mijn docent latijn, (hora Thorti tortura est) langs en doceerde: "Vakantie, dat is vacare: leeg zijn van, maar ook leeg zijn voor".
Uit alle macht probeerde ik me leeg te maken. Leeg van wat me jaren geboeid had. Leeg voor een nieuwe vrijheid. Vrijheid omdat je niets meer te verliezen hebt?
Janis Joplin kon me de pot op.